Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label reuzenzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label reuzenzwam. Alle posts tonen

vrijdag 28 september 2018

Herfst 2018.......Paddenstoelentijd deel 1

Hoewel het tot heden vanwege de droogte geen goed paddenstoelenjaar lijkt te worden, zie je natuurlijk toch interessante exemplaren. Alleen moet je wat beter kijken dan anders. Dat gold overigens niet voor onderstaande zwam, want die was al van ver te zien. Het is de Reuzenzwam (Meripilus giganteus).
Een prachtig exemplaar en al wat ouder. Jonge exemplaren zijn namelijk veel lichter van kleur.
Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, kan hij wel een meter in doorsnede bereiken.


Deze algemeen voorkomende paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor Amerikaanse eiken en beuken. Hoewel hij hier te zien is op een "begraven" boomstronk, ga ik er (gelet op de omgeving) van uit dat het op een Amerikaanse eik is. De zwam kan zowel verschijnen op dood organisch materiaal (saprofyt) als een verzwakte levende boom (parasiet).

Als de vruchtlichamen van de zwam boven de grond te zien zijn, is het voor de boom al te laat. Onder de grond en in de boom heeft de Reuzenzwam dan namelijk zijn verwoestende werk al verricht. Daar heeft de schimmel de houtvaten als het ware dicht geknepen en daardoor sterft de boom. Binnen een paar jaar is een boom met een Reuzenzwam als gast helemaal afgestorven. Op mijn fotosite FlickR heb ik nog enkele andere foto's van deze kanjer staan.

 
Deze bijzonder uitziende Builenbrand of Maisbrand (Ustilago maydis) ontstaat door schimmelsporen die via wind en opspattend regenwater in de bladtrechter van mais terecht komen. "Een brandschimmel is een zogenaamd plantpathogeen; een ziekteverwekker van biologische oorsprong". Aldus Wikipedia.
Je vindt ze op de plaats waar eigenlijk een maïskolf zou moeten zitten. Het is een zwakteparasiet, dus die tast alleen beschadigde en/of verzwakte planten aan.

Tijdens warme zomers is Builenbrand tamelijk algemeen, maar gewoonlijk is het een vrij zeldzame schimmel. Dit jaar waren de hoge temperaturen en droogte weer ideale omstandigheden voor deze soort, dus je ziet ze best weer veel.Als je tenminste goed oplet..............

Op de plaats waar de schimmel binnendringt reageert de plant met een abnormale weefselvorming, waardoor er builen ontstaan van soms wel 20 cm. doorsnede. De builen zijn omgeven door een zilverkleurig vlies. In de builen ontstaan zwarte sporen die, als ze rijp zijn op de grond vallen en daar tenminste vier jaar kiemkrachtig kunnen blijven.

Builenbrand is met de maïs vanuit Centraal-Amerika de wereld over gereisd. De schade die het schimmel veroorzaakt is in Nederland beperkt, maar een grote aanwezigheid van deze schimmel zoals in dit jaar kan wel ten koste gaan van de opbrengst en kwaliteit. De boeren zijn er dan ook niet blij mee, ook al omdat een chemische bestrijding niet mogelijk blijkt te zijn. Daarom wordt vruchtwisseling of minder vatbare rassen aanbevolen. Het vee ondervindt er overigens geen nadelige gevolgen van.

In Mexico, waar de mais oorspronkelijk vandaan komt (8000 jaar geleden stond maïs al centraal in de Mexicaanse keuken en cultuur), is Builenbrand echter geen plaag, maar wordt er als lekkernij gegeten.
De onrijpe builen worden er al sinds mensenheugenis gegeten en gelden als heel voedzaam. Ze noemen het daar Cuitlacoche.
Sommigen noemen het ook wel de Mexicaanse- of maïstruffel, want veel boeren daar verdienen momen- teel meer aan de paddenstoelen dan aan de maïs zelf.
Een verwante soort (Ustilago esculenta) wordt in China ook al eeuwenlang voor de consumptie gecultiveerd op wilde rijst (Zizania latifolia). Wat de één dus ziet als een vervelende, onsmakelijke plantenziekte, is voor de ander juist een lekkernij.

Hoewel ik deze Toefige labyrintzwam (Abortiporus biennis) nooit eerder gezien heb, is het in Nederland een vrij algemene soort die verspreid over het hele land kan worden waargenomen. Het is een schimmelsoort uit de familie Meruliaceae. Andere soorten die bij deze familie horen, zijn bijvoorbeeld spekzwoerdzwam, donzige korstzwam, paarse korstzwam , grijze buisjeszwam , bleke stekelkorstzwam en gele stekelkorstzwam.

Het vruchtlichaam ziet er uit als een waaier- met een rozetachtige vorm. De toefen zijn gesteeld en de diameter is ongeveer 8 tot 20 cm. De hoed heeft meestal een dunne golvende rand en is 3 tot 9 cm lang.
Als de paddenstoel jong is,  is de hoedkleur lichter (loodwit-achtig), later wordt hij wat donkerder (lichtroze) van kleur.De bovenzijde van de hoed is fluweelachtig en voelt wat viltig aan.

Deze paddenstoel heeft poriën van ongeveer 1 tot 3 per milimeter. Ze zien er vaak niet uit als ronde gaatjes, maar als een onregelmatig netwerk van hoekige of kronkelige gangetjes. Vandaar de naam "labyrintzwam". De labyrintvormige onderkant heeft dezelfde functie als de plaatjes bij een gewone paddestoel, namelijk, het oppervlak waarop de sporen gevormd worden, flink te vergroten.

De paddenstoel veroorzaakt witrot als hij dood hout aantast (saprofyt), maar ook stamrot bij levende bomen zoals populier, iep, eik en beuk.veroorzaken (parasiet). Hij zit dan stevig verankerd in een wortel. Ik kon slechts met moeite een exemplaar los trekken. Hij brak niet af, want het vlees kan zeer taai zijn.

De zwam komt voornamelijk in parken en plantsoenen voor. De soort voedt zich met stoffen van de gastheer. Hierbij kan de paddenstoel veel vocht opnemen, daar staat tegenover dat het vocht moet worden afgevoerd. Dit vindt plaatst door middel van een vorm van "zweten". Dit worden ook wel gutatiedruppels genoemd. De gutatiedruppels smaken behoorlijk zuur en bitter. Je ziet die vooral bij oudere exemplaren.
Sommige insecten die van de tranen snoepen, lijken er dronken van te worden.

Het is een paddenstoel die groeit op "begraven" hout en op wortels van levende bomen, bij houtopslagplaatsen, op gedeeltelijk verkoold hout bij brandplekken, en op houtsnippers in parken en plantsoenen. De steel is meestal verzonken in de bodem en met aarde bedekt. Hij kan net als de Reuzenzwam in groepjes rond een stobbe of stamvoet verschijnen, maar het vruchtlichaam wordt minder groot (maximaal 15 a 20 cm).

De rozetvorm die je op de eerste foto's ziet, komt het meest voor, maar de verschijningsvorm van de paddenstoel is enorm variabel zoals je hier ziet. Deze "onvolledige" vormen (Ceriomyces terrestris )bestaat overwegend uit labyrint poriën en heeft slechts een beginnende hoed of steel. Deze doen me aan kippenboutjes denken, maar let op, de soort is niet eetbaar. Hij is ook erg taai en de geur is onaangenaam; hij verspreidt soms een geur die doet denken aan gas.

Knolvormige of bloemkoolachtige vruchtlichamen, alleenstaand of in een groep, zijn ook mogelijk en kunnen in combinatie met de rozetvorm te voorschijn komen. De bovenzijde heeft een enigszins fluwelig oppervlak. Ook hier zien we goed dat de poriën een onregelmatige vorm hebben.

De soortnaam biennis betekent "tweejarig". De reden voor deze naamgeving ontgaat mij, want de vruchtlichamen zijn in werkelijkheid éénjarig. Abortiporus betekent "met afgebroken (of onderbroken) poriën". Omdat het vlees de neiging heeft om roodachtig te verkleuren wordt de zwam in Engeland "Blushing Rosette" genoemd. Vanwege de rood/ oranje gutatiedruppels wordt hij hier ook wel Bloeddruppelzwam genoemd.

zondag 26 oktober 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 1: Van alles wat

Vorig jaar rond deze tijd plaatste ik ook al een blog met paddenstoelen. Het is tenslotte herfst....
Hoewel je het hele jaar door paddenstoelen kunt vinden, is de herfst natuurlijk bij uitstek de periode om paddenstoelen te zien. Dit jaar waren ze al héél vroeg. Begin augustus zag je ze al meer dan normaal verschijnen, met als gevolg dat het nu op dit moment voor mijn gevoel allemaal wat minder is. Dat geldt, zo valt me op, zeker voor de vliegenzwam. Terwijl je er vorig jaar bijna over struikelde, is dat dit jaar heel wat minder, maar de tijd komt waarschijnlijk nog. Het heeft natuurlijk vooral met de vochtigheid te maken.

Desondanks heb ik er tijdens mijn uitjes genoeg gefotografeerd, om er een paar blogs aan te kunnen wijden. Vandaag paddenstoelentijd deel 1 en over een paar dagen volgt paddenstoelentijd deel 2.

Er zijn heel wat verschillende koraalzwammen. De koraalzwam is een schimmel die behoort tot de steeltjeszwammen. Het vruchtlichaam is meervoudig vertakt en doet denken aan koraal.
Ik vermoed dat dit de rechte koraalzwam is, maar weet het niet zeker. Hij wordt nogal eens verwisseld met de zeldzamere naaldboskoraalzwam, maar die tref je vooral aan op voedselarme grond in naaldbossen in het strooisel. Deze rechte koraalzwam is vrij algemeen en ik vond hem halverwege augustus, op een hoger gelegen, voedselrijke plekje, onder een aantal eikenbomen bij de Waerbrookskoel in Ell..

De waslakzwam is gemakkelijk te herkennen. Hij groeit op stammen en stronken van oude loofbomen (beuk, eik) en lijkt wat op de harslakzwam, die ook o.a. een duidelijke wittige groeirand heeft, maar bij de waslakzwam kun je de gladde, glanzende, licht-tot donkerrode bovenkant niet indrukken. Daaronder zit een gele harslaag, die ontvlamt als je er een aansteker of een lucifer bij zou houden. Beter is het om hem een beetje nat te maken en op te wrijven. Hij gaat op die plek dan nog meer glanzen.

  
Deze jonge reuzenzwam is hier een prachtig exemplaar, maar zal straks minder mooi bruin verkleuren.
Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, staan de ronde platte hoeden mooi in het rond en kunnen samen wel een meter in doorsnede bereiken. De paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor beukenbomen en daar vond ik hem dan ook, maar dan wel op een omgehakte boom. Niet alleen op de stronk, maar ook op de aangetaste wortels, want daar breidt het zogenaamde mycelium zich namelijk vooral uit. De zwam kan zowel verschijnen op een levende boom (is dan parasiet), als op dood organisch materiaal en wordt dan saprofyt genoemd.

Hoewel de zwavelzwam voor met name ernstig verzwakte bomen de doodsteek betekent, is het een prachtige zwam om te zien. Deze vond ik wel heel bijzonder, want in tegenstelling tot de meestal geel/oranje kleur van de zwam, was deze wit/rossig. Zo heb ik ze nog niet eerder gezien. Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling hebben de hoeden echter allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen de felle kleuren. Oude exemplaren worden uiteindelijk zelfs wit en zijn dan brokkelig als geitenkaas. Het formaat van deze zwam is af te lezen aan de eikenblaadjes.

 
De grote stinkzwam is toch een wel heel bijzondere paddenstoel. Het is niet zo vreemd dat de Latijnse naam "Phallus impudicus" is, want dat betekent "schaamteloze penis". Aan de top van de hoed zit zelfs, als een soort plasgaatje, een kleine opening. Het schijnt dat in de preutse Victoriaanse tijd, de dames deze paddenstoel uit hun tuinen lieten verwijderen…
Ook de Nederlandse naam is voor de hand liggend, want hij stinkt. Iedereen heeft in het bos wel eens een weeïge sterke geur geroken. Als je je neus dan naloopt, kom je meestal bij hem uit.
De hoed is in het begin bedekt met een kleverige donkergroene laag. Deze laag wordt opgelikt door vliegen en kevers, die op de aasgeur afkomen. Zo zorgen ze voor de verspreiding van de sporen. Wanneer de laag opgegeten is, zie je de witte tot lichtgele hoed met zijn typisch honingraatpatroon. Na enige tijd hangen de eerst zo trotse stoere binken er maar slapjes bij, alsof ze zich schamen voor hun uitbundig gedrag……

Het gewoon elfenbankje is een eenjarige, zeer algemene paddenstoel, die het hele jaar door op stronken en takken van vooral loofbomen te zien is. Het is dus een winterharde soort. Het gewoon elfenbankje groeit dakpansgewijs in groepjes en heeft een waaier- tot rozetvormige vorm met een witte rand. Het is mij niet duidelijk wat dat witte goedje is. Ik denk aan sporenpoeder, maar ik weet het niet zeker. Géén sneeuw in elk geval. Het bijzondere van deze paddenstoel (vind ik), is dat die wit, beige, okergeel, groen, oranje, (rood)bruin, blauw, grijs en zelfs zwart van kleur kan zijn. Het is maar wat je gewoon noemt.

De boom met de mooiste gekleurde bladeren in de herfst, is ongetwijfeld de Amerikaanse eik. Schitterend, maar ook een boom die zich eigenlijk niet thuis voelt in ons klimaat. Dat is ook wel merkbaar, want hij wordt niet echt oud, omdat hij zo gevoelig is voor ziektes en schimmels.
De eikhaas draagt zijn naam, want dat is een zwam die je vooral aan de voet van levende eiken en op stobben aan treft. Bundels van de eikhaas kunnen wel een diameter van een halve meter bereiken.
De naam haas heeft overigens niets met onze snelle viervoeter te maken, maar is afgeleid van het middel- nederduits woord 'haso' of 'haza', dat "grijs" of "grauw" betekent.

Hoewel het lijkt of de vliegenzwam zich wat later laat zien dan vorig jaar, zal deze rode paddenstoel met zijn witte stippen waarschijnlijk toch weer het meest gefotografeerde herfstobject worden.
Ik heb er vorig jaar al een paar geplaatst, maar wil nu ook niet achterblijven.

De Vliegenzwam (Amanita muscaria) behoort tot de amanieten. Amanieten zijn giftige paddenstoelen, waaronder enkele zeer giftigen zoals de Groene- en Kleverige knolamaniet. Ook de vliegenzwam is giftig.
Je zult bij gebruik ervan niet dood gaan , maar zult er wel behoorlijk ziek van worden. Het Latijnse Muscaria is de naam van het gif, dat vooral in het rode vlies van de hoed zit. Het is afgeleid van het Latijnse woord voor vlieg: musca. In de tijd dat er nog geen vliegenstrips en chemische bestrijdingsmiddelen waren, werd dat rode velletje ( en niét de gele velumresten zoals je vaak kunt lezen), vermengd met wat melk en eventueel nog wat suiker, vaak gebruikt om vliegen te verdelgen. Als die daarvan snoepten, werden ze namelijk door het gif gedood.

Als je bovenstaande foto ziet, denk je misschien niet meteen aan een vliegenzwam, want hier ontbreken de zo bekende witte stippen......Toch is het 'm.

Die witte stippen zijn overblijfselen van het vlies, dat de paddenstoel eerst omhulde. Op de bovenste 6 foto's zie je de verschillende groeistadia. Door het groeien van de paddenstoel breekt het vlies en dat blijft dan in kleine stukjes op de hoed achter. Aangezien deze restantjes los liggen, kunnen ze bij een flinke regenbui gemakkelijk van de hoed afspoelen. Hierdoor kom je dus ook vliegenzwammen tegen zonder witte stippen.
Weer een raadsel opgelost......

  
Uiteindelijk blijft van al dat moois in de natuur weinig meer over. Ook voor de eens zo mooie Vliegenzwam, maar ook dat hoort er bij.............

Mocht ik je interesse voor paddenstoelen hebben gewekt, dan heb ik nog een tweede deel voor je.

donderdag 24 oktober 2013

Herfst 2013…….. Paddenstoelentijd: van alles wat

Sinds 1989 werd in Nederland in oktober niet meer zo'n hoge temperatuur gemeten als afgelopen dinsdag, namelijk 23,1° C. Hoewel we over het weer momenteel dus niets te klagen hebben, gaan de veranderingen, die de herfst in werking heeft gezet, gewoon door. De natuur verandert zichtbaar; bladeren verkleuren, vruchten zoals eikels, nootjes en kastanjes liggen voor het oprapen en natuurlijk zijn er paddenstoelen.

Paddenstoelen en herfst horen bij elkaar. Toch? Die leven namelijk van de afbraak van levend en dood materiaal en in de herfst is er veel afbreekbaar materiaal beschikbaar. Je ziet dan ook veel paddenstoelen in de omgeving van bomen. Maar je ziet ze ook het hele jaar door in het gras en weer andere soorten leven op dood hout. Paddenstoelen hebben dus niet perse de herfst nodig om te groeien en je vindt ze daarom ook in de lente en de zomer. En zelfs in de winter zijn er soorten die het niet opgeven. Kijk maar eens naar de foto’s van de gele trilzwam en judasoor, die ik afgelopen winter heb gemaakt.

Gele trilzwam
Judasoor
Niets nieuws onder de zon dus, ware het niet dat het opvalt, dat er al zovéél paddenstoelen vanaf de lente tot en met de herfst te zien zijn, waaronder opvallend veel grote exemplaren en veel van dezelfde soort. Je moet er natuurlijk alleen even oog voor hebben. Bij het zien van zoveel paddenstoelen vraag ik me af, of ze misschien profiteren van de veranderingen in het klimaat. Ze groeien namelijk extra goed in warme, vochtige omstandigheden en daar hebben we de afgelopen zomers veel mee te maken gehad.

Zwavelzwam
Reuzenzwam
De grote variatie in natuurlandschappen in onze omgeving en het huidige beleid, zorgt ook voor een grote variatie aan paddenstoelen. Terwijl jaren geleden het idee overheerste, dat de bossen er mooi opgeschoond bij moesten liggen, is deze tendens gelukkig aan het veranderen. Een opgeruimd bos “leeft” namelijk niet.
De terugkeer van dood hout in onze natuur levert veel op: er is niet alleen meer beschutting, maar ook spechten, kevers, mossen en nog veel meer dieren en planten profiteren er van, want het maakt deel uit van een voedselketen. Dat geldt ook voor schimmels.

Geschubde inktzwam
Echte tonderzwam

Gewoon elfenschermpje
Omdat er steeds weer nieuwe soorten worden ontdekt, is het ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddestoelen- soorten we in Nederland hebben, maar al- gemeen kun je er van uit gaan dat het er meer dan 5000 zijn. Het is ook afhankelijk van wat men allemaal onder een padden- stoel verstaat en de meeste soorten zijn zo ontzettend klein en onopvallend, dat ze nog niet eens ontdekt zijn. Bijvoorbeeld het sinds kort ontdekte “grootsporig vriendenschijfje” heeft een doorsnee van 0,75 mm! Dan is dit "gewoon elfenschermpje" dus nog een reus.

Hoewel het dus goed lijkt te gaan, staat op dit moment in Nederland toch één derde van de ons bekende soorten op de Rode Lijst van bedreigde soorten! Dus met andere woorden: er zijn nog genoeg bedreigingen (ik denk dan aan o.a. vermesting en verzuring). In vergelijking met bijvoorbeeld de Rode Lijst 2004 gaat het echter weer iets beter. Dat doet verder niets af aan het feit, dat de herfst toch de meest geschikte tijd is voor de paddenstoel. Terwijl de rest van de natuur langzaam in de ruststand wordt gezet, laten de paddenstoelen zich nog even in al hun glorie zien.

Vliegenzwam
Grote parasolzwam
Dit is een selectie van foto’s,  die ik trouwens niet alleen dit jaar heb gemaakt. Er zijn er ook een aantal bij van afgelopen jaar. Hoewel de prachtige veelvoorkomende vliegenzwam niet ontbreekt, wil ik in deze blog vooral wat andere opvallende soorten laten zien. Waaronder vooral grote exemplaren. Niet alleen omdat die zo opvallend zijn, maar ook omdat mijn camera zich niet leent voor close-ups van de kleinere soorten zoals satijnzwam, vlekplaat of breeksteeltje.

Ruige weerschijnzwam
Door op een van de bovenste foto's te klikken, word je door gelinkt naar een eerder geplaatste blog, of naar de reissite van Columbus Reisreporter, waar ik dezelfde foto's, mét toelichting, heb geplaatst. Door op de onderste foto's te klikken worden die enkel vergroot.

Bundelzwam (januari, Budeler Bergen)
Bundelzwam
Eikhaas
Schubbige bundelzwam
Onderkant grote parasolzwam
Onderkant vliegenzwam
Langsteelfranjehoed
Roodbruine schijnridderzwam
Prachtvlamhoed met reuzenzwammen

Tot zover de paddenstoel. Volgend jaar zullen we hier uiteraard ook weer aandacht aan besteden....

Blogarchief