Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label invasieve exoot. Alle posts tonen
Posts tonen met het label invasieve exoot. Alle posts tonen

woensdag 23 juli 2014

Reuzenberenklauw; een "bloeiend monster"

In mijn vorige blog over de Reuzenbalsemien heb ik duidelijk proberen te maken dat niet elke exoot een bedreiging voor onze ecosystemen hoeft te zijn. Als dat wel het geval is en dieren, planten en micro-organismen door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Nederland) en door vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken, spreekt men van een invasieve exoot. En dat worden er steeds meer. De steeds verder uitdijende database van invasieve plantensoorten kun je vinden op de site van EPPO-Qbank; de European and Mediterranean Plant Protection Organization.

Reuzenberenklauw is een bedreiging voor onze inheemse planten en een gevaar voor de mens.
Omdat ze hier niet thuis horen, erg kiemkrachtig zijn en met hun bladeren al het licht voor onze inheemse plantensoorten wegnemen en wegdrukken, vormen invasieve exoten een (potentiële)bedreiging voor de biodiversiteit en worden ze beschouwd als schadelijk. Dat geldt niet alleen voor de Reuzenbalsemien, maar ook voor  soorten als de Japanse duizendknoop en deze Reuzenberenklauw. Die staat sinds 2017 op de Unielijst van invasieve exoten. Dit betekent onder andere dat EU-lidstaten de plicht hebben om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of zo te beheren dat verspreiding wordt voorkomen.

Deze plant, die van oorsprong uit de Kaukasus komt, is hier in de 19e eeuw als tuinplant geïntroduceerd.
Door menselijk toedoen, vind je het gewas vooral langs wegen en overige plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. Ook in natuurgebieden kom je hem steeds meer tegen.

De Reuzenberenklauw is herkenbaar aan de rode vlekken op de stengel.
Je moet hem niet verwarren met onze Gewone berenklauw, die hier van nature voor komt; deze heeft geen rode vlekken op de stengel en wordt slechts(!!!) 2 meter hoog. De gevolgen als je er mee in contact bent geweest,zijn ook minder heftig.

bladeren worden tot wel meer dan 3 meter lang
De reuzenberenklauw kan wel 5 meter hoog worden en dankt zijn naam aan de vorm van de bladeren, die wel iets weg hebben van een klauw en meer dan 3 meter lang kunnen worden!!. Deze bladeren met scherpe blad- punten maken de plant gevaarlijk voor de mens. Op de bladeren en stengel staan ook haartjes die de huid sterk irriteren. De plant scheidt daarbij een waterachtig sap af dat onder invloed van licht rode, jeukende vlekken op de huid veroorzaakt, die enkele uren later overgaan in een ontsteking van de huid met zwelling en blaarvorming.
Het effect is vergelijkbaar aan dat van carbolineum met zonlicht en het kan weken duren voordat het genezen is.

Men noemt ze niet voor niks het "bloeiend monster"........ Vermijd dus elk contact.

De plant bloeit in de maanden juni tot eind juli. De tot meer dan 80.000 bloempjes staan bijeen in schermen. Een plant kan daardoor meer dan 20.000 zaden produceren. Door de massa's kiemkrachtige zaden die de planten vormen, heb je al snel een heel bos reuzenberenklauwen, die je met moeite binnen de perken kan houden. Deze zaden kunnen tot 7 jaar lang hun kiemkracht behouden. Het is dan ook aan te raden de uitgebloeide bloemschermen tijdig weg te halen. Nog beter is het natuurlijk dat je ze bij de bestrijding niet in bloei laat komen, zodat zaadvorming voorkomen wordt. Jonge planten laten zich nog goed uitsteken.

Chemische bestrijding is tegenwoordig (gelukkig) verboden en maaien is natuurlijk een optie, maar dit soort bestrijding is niet vol te houden. Er is namelijk zowel bovengrondse als ondergrondse bestrijding nodig. Dit moet vooral gedaan worden bij eenlingen. Een eenling is een plant die nog niet in bloei is gekomen. Er is dus nog geen zaadbank ontstaan en zo voorkom je een haard (meerdere planten bij elkaar).In de vrije natuur handelt men in veel gevallen echter al gauw te laat.

Een prachtige exoot, maar een " bloeiend monster"..........

Onder natuurlijke omstandigheden, met natuurlijke begrazing, blijkt de reuzenberenklauw op den duur echter ook te verdwijnen. De soort verschijnt namelijk al vroeg in het voorjaar als een van de eersten en is dan een aangename voedingsbron voor tal van grazers. De plant is niet giftig en vooral schapen schijnen dol te zijn op de jonge planten. Op www.bandeberenklauw.nl kun je daar een paar leuke filmpjes van zien. Ook herkauwers als rund en hert zijn goed in staat het blad te verteren en eten er graag van. Door deze begrazing wordt hij consequent teruggezet in zijn ontwikkeling, met holle stengels tot gevolg. En juist in die holle stengels blijft regenwater staan, iets waar hij slecht tegen kan. Geef je de plant dus niet de kans uit te groeien tot een volwaardige plant, dan zal hij uiteindelijk vanzelf het loodje leggen.
Maar ook hier geldt: "voorkomen is beter dan genezen"

AANVULLING  januari 2021: Om beheerders bij de bestrijding te ondersteunen, is in oktober 2020 de Leidraad Beheer Reuzenberenklauw gelanceerd. Op de site OnkruidVergaat.nl is deze te downloaden. 

Als je de bloemen van deze schermbloemige van dichtbij bekijkt, zie je echter ook hoe mooi die zijn.
Berenklauw is net als de andere schermbloemigen, aantrekkelijk voor insecten.
Hoewel de bloempjes veel nectar bevatten, zijn het echter geen drachtplanten voor onze honingbijen.
Het zou aan de bedwelmende geur (anijs) en bepaalde eigenschappen van de bloempjes kunnen liggen. Andere insecten, zoals kevers en zweefvliegen ondervinden er niet veel hinder van en voelen zich blijkbaar wél aangetrokken tot deze plant.
 
Dat geldt ook voor de Gevlekte smalbok die je hier ziet. Deze kever, uit de familie boktorren, leeft van mei tot september en eet voornamelijk de bloemdelen. De kever is makkelijk te herkennen aan het langwerpige, naar achteren versmalde achterlijf en een gele kleur met donkerbruine tot zwarte vlekken. De soort imiteert zo wespen om aan belagers te ontkomen. Dit wordt ook wel mimicry genoemd.

dinsdag 22 juli 2014

Reuzenbalsemien; een "wolf in schaapskleren".

Toen een Reisreporter afgelopen week op de Columbusreissite een, voor haar onbekend mooi "bloempje" plaatste en er vele leuke reacties op kreeg, heb ik ietwat kritisch gereageerd. Niet wat de bloem betreft, want eerlijk is eerlijk, het is een prachtige plant. De bloemen zijn vrolijk van kleur en mooi om te zien. Het is ook een imposante plant, want deze eenjarige kan met gemak ruim 2 meter hoog worden.
Het ging er mij echter om te laten zien wat deze plant allemaal teweeg kan brengen.

De reuzenbalsemien is een verwilderde exoot die in Nederland tegenwoordig in veel natuurgebieden te vinden is. Het is familie van het vlijtig Liesje en zijn Latijnse naam is "impatiens glandulifera".
Impatiens betekent 'ongeduldig, geen aanraking duldend, gevoelig' en verwijst naar de rijpe vruchten van de balsemienen: bij aanraking springen deze open en worden de zaden met kracht weggeslingerd. Hij wordt daarom ook wel springbalsemien genoemd.

Je vindt de reuzenbalsemien onder andere langs de Saarsvenweg in Nederweert-Eind
Oorspronkelijk is de plant vanuit N. India/Himalaya via Engeland als tuinplant ingevoerd vanwege de prachtige bloem. Ook de aanplant als bijenplant door imkers heeft later bijgedragen tot de verspreiding.
Door laksheid, gemakzucht en onwetendheid van tuinliefhebbers is de plant door met name het dumpen ervan in de vrije natuur terecht gekomen en kan daar ongestoord zijn gang gaan.

Ook in de Koningssteen in Thorn vind je de soort
Reuzenbalsemien wordt momenteel bij DAISIE bij de 100 ergste Europese invasieve exoten gerekend. DAISIE ((Delivering Alien Invasive Species Inventories for Europe)is een database met informatie over meer dan 12.000 invasieve exoten, waaronder de top 100 van de meest schadelijke. Een groot internationaal team met experts update de database voortdurend.
Invasieve exoot is een biologische term waarmee een soort wordt aangeduid, die al dan niet opzettelijk buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied is terecht gekomen. Het betreft dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen en die door vestiging en verspreiding schade veroorzaken en een bedreiging vormen voor de biodiversiteit.
Dan kun je bijvoorbeeld ook denken aan de Amerikaanse vogelkers, de Pallas eekhoorn en het veelkleurig lieveheersbeestje.

Daarnaast zijn er invasieve exoten die gezondheids- problemen bij mensen (bijv. de tijgermug),of economische schade (bijv. de muskusrat) kunnen veroorzaken. De Europese Unie geeft jaarlijks minstens 12 miljard euro uit aan maatregelen om de verspreiding van invasieve soorten onder controle te houden en de schade die zij veroorzaken, te herstellen!!!!

Het merendeel van de exoten vormt geen probleem. Ik denk bijvoorbeeld aan de tomaat en de aardappel die vanwege de ontdekkingsreizen ooit in Nederland terecht kwamen. Ook de meeste naaldbomen, (o.a. Douglas en zilverspar), zijn exoten en zijn in de 17e en 18e eeuw probleemloos geïmporteerd voor de houtproductie.
Maar de reuzenbalsemien is dus een heel ander verhaal. Hij verdringt op steeds meer plaatsen onze inheemse soorten en roeit in bepaalde gebieden zelfs kwetsbare soorten uit.
Waar hij verschijnt, verdwijnt zelfs de brandnetel, dus dat zegt al heel wat...

Prachtige bloem, met daarboven zaaddozen.
Hoewel deze eenjarige plant in de tuin nog door schoffelen of uittrekken "binnen de perken blijft", is hij in de vrije natuur een gruwel voor de natuurliefhebber. Begrazing heeft wel enig effect, maar maaien en uittrekken zijn de meest effectieve methoden bij de bestrijding. De zaden blijven immers maar een flink jaar kiemkrachtig. Belangrijk is dan wel het tijdstip van de uitvoering, namelijk wanneer de eerste bloemen in bloei staan. Maar het is eigenlijk onbegonnen werk en hij is daardoor dan ook moeilijk uit te roeien.
Een plaag voor velen, want door deze woekeraar worden ook investeringen in natuurinrichting en soortbescherming vaak teniet gedaan.

De prachtige bloem van deze "wolf in schaapskleren".......
De plant heeft mooie, opvallende 2-5 cm grote bloemen, die van juli tot september bloeien met een lila, roze of lichtgele tot witte kleur. Het is met al zijn schoonheid “een wolf in schaapskleren”.
Nadat de bloem is uitgebloeid ontstaat er een zaadlob die 4 tot 20 zaadjes kan bevatten. Zo maakt één reuzenbalsemien elk jaar ca. 800 zaadjes. En dan beginnen de problemen. Als de zaadlob op springen staat, gaat hij open als hij zachtjes wordt aangeraakt. Een regendruppel is al genoeg om de zaadjes met behulp van een ingenieus schietsysteem tot wel 7 meter “weg te schieten” zodat hij zich steeds verder kan verspreiden en dat maakt hem berucht in de vrije natuur.
Hij heeft (tot nu toe) vrij spel in de natuur en er is niets of niemand die hem afremt.

Een van de voorwaarden om het "gevecht" tegen invasieve soorten te kunnen winnen, is het publiek bewuster maken van deze problematiek. De reuzenbalsemien kan nog steeds overal gekocht worden, maar de verkoop of aanplant wordt ontraden en in België heeft de professionele groensector zelfs een gedragscode ondertekend, waarin de sector zich verbindt de plant niet meer aan te planten of te verkopen.

Een nimf van de groene stinkwants leeft van de plantensappen.

In mijn volgende blog wil ik aandacht besteden aan een andere opvallende en imposante invasieve exoot.
Het betreft de reuzenberenklauw,die ook wel toepasselijk "bloeiend monster" wordt genoemd.

woensdag 31 juli 2013

Valse acacia in het Weerter Bos.

Toen ik begin juli in het Weerter Bos over de Maarheezer- grensweg langs het afgegraven Maarheezerveld fietste, zag ik verschillende knoestige bomen met opvallende en prachtige, tot 20 cm lange, sterk geurende witte bloemtrossen. Het zijn de bloemen van de zogenaamde valse- of schijn acacia. De nectar van deze bloem kan 35 tot 59% suiker bevatten, waardoor de eveneens sterk geurende bloemen veel bijen lokken. In het najaar blijven peulen met zaden aan de boom hangen. De kleine, harde zaden kunnen tot 30 jaar later nog kiemen.

Aan de bloemen van de valse acacia is goed te zien, dat we met een vlinderbloemige te doen hebben. Familie van bijvoorbeeld de erwt. En hoewel de “Robinia pseudoacacia” ook nog scherpe stekels op de takken heeft, is het géén acacia. Vandaar ook de naam pseudo-acacia.

Robinia pseudoacacia verwijst naar “Robin” en naar “acacia”. Jean Robin was een lijfarts van koning Hendrik IV van Frankrijk, die in 1601 deze Noord-Amerikaanse boomsoort in de tuin van het Louvre in Parijs plantte. Acacia komt van het Griekse akis: doorn.

Vanwege de snelle en grillige groei en nood- zakelijk arbeidsintensief snoeiwerk is de robinia niet geschikt voor de kleine tuin. Voor dat doel zijn cultivars ontwikkeld. (cultivated =geteeld variety). De soort heeft een zeer hoge weerstand tegen insectenaantasting en is goed te verwerken.

Reeds vroeg kwam men er achter dat robiniahout vanwege zijn hardheid en sterkte (Robinia is sterker dan eik en is een volwaardig alternatief van tropisch hardhout) als grondstof voor bijvoor- beeld wielspaken, laddersporten, afrasteringspalen, nagels, pinnen en meubels gebruikt kon worden.
Dat is waarschijnlijk ook de reden dat je deze boom nu nog aantreft in het Weerter Bos. Het Weerter Bos werd namelijk in de 19e en 20e eeuw omgevormd van moerasbos tot productiebos.

De valse acacia noemen we een invasieve exoot. Invasieve exoten zijn uitheemse dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Ned.) en die door vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken. Doordat hij snel groeit (tot 1 m. per jaar), een enorme kiemkracht heeft en er ook massaal nieuwe bomen opschieten vanuit een breed en oppervlakkig wortelstelsel, kan dat schade veroorzaken en door het afzetten van stikstof in de bodem (een eigenschap van alle vlinderbloemigen) is er mogelijk sprake van bodemverrijking en verruiging. Hierdoor kunnen inheemse planten die op de arme bodem groeien, mogelijk in het gedrang komen, waardoor de biodiversiteit vermindert.



 
Uit ecologische overwegingen zou de boom dan ook bestreden moeten worden. Omdat de robinia graag groeit op losse grond, vraag ik me echter ook af, of deze boom ook bestand is tegen de vernatting die er momenteel in het Weerter Bos plaatsvindt. Mogelijk verdwijnt de soort dan vanzelf na verloop van jaren.
Persoonlijk zou ik dat jammer vinden, want hij brengt wel kleur in het bos.

Blogarchief